Arbeidsongeschiktheid

Rb Utrecht 160610 5 medici en 1 ad-er nodig voor bepaling arbeidsongeschiktheid, AOV is sommenverzek

Rb Utrecht 160610 5 medici en 1 ad-er nodig voor bepaling arbeidsongeschiktheid, AOV is sommenverzekering
2.1.  In het tussenvonnis van 7 oktober 2009 is het gezamenlijk verzoek van partijen om eerst (een) medische onderzoek(en) te laten plaatsvinden om vervolgens een verzekeringsgeneeskundige en daarna een arbeidsdeskundige te benoemen ingewilligd. Verder is in dit tussenvonnis aangegeven dat het uitgangspunt is dat alle deskundigen in het volgende tussenvonnis zullen worden benoemd. Partijen hebben de gelegenheid gekregen zich hierover nader uit te laten.

2.2.  Partijen zijn het erover eens dat een orthopedisch, een psychiatrisch, een internistisch/urologisch en een dermatologisch onderzoek dienen plaats te vinden. Partijen zijn het er ook over eens dat, nadat de hiervoor genoemde onderzoeken zijn verricht, een verzekeringsgeneeskundige en vervolgens een arbeidsdeskundige een onderzoek zullen verrichten.

2.3.  Gemcast heeft de kanttekening geplaatst dat de orthopeed, de psychiater, de internist/uroloog en de dermatoloog (hierna te noemen: de medisch deskundigen) moeten kunnen beschikken over alle relevante medische informatie. De rechtbank zal bepalen dat Gemcast een afschrift van de processtukken aan alle deskundigen dient te zenden, zodat zij hierover kunnen beschikken. Voor het overige is het aan de (medisch) deskundigen om te bepalen of zij nog nadere informatie willen (opvragen). De rechtbank gaat ervan uit dat partijen hieraan in dat geval hun medewerking zullen verlenen.

2.4.  De griffier zal een afschrift van dit vonnis rechtstreeks aan ieder van de deskundigen zenden. De griffier zal verder de door de medisch deskundigen vervaardigde deskundigenberichten na ontvangst aan de verzekeringsgeneeskundige zenden, vervolgens zal de griffier het door de verzekeringsgeneeskundige vervaardigde deskundigenbericht na ontvangst aan de arbeidsdeskundige zenden.

Medisch deskundigen

2.5.  Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen orthopedisch deskundige. De Amersfoortse heeft aangegeven dat zij zich, om haar moverende redenen, niet kan verenigen met de door Gemcast voorgestelde deskundigen Van Laarhoven, verbonden aan het Tweestedenziekenhuis te Tilburg, en De Waal Malefijt, verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg.
De rechtbank heeft, met inachtneming van hetgeen De Amersfoortse in haar akte heeft aangegeven, een deskundige op het gebied van orthopedie gezocht. Benoemd zal worden drs. H.J. Hoekstra, verbonden aan het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop, als orthopedisch deskundige.

2.6.  De Amersfoortse heeft in haar akte van 2 december 2009 aangegeven dat zij akkoord gaat met benoeming van de door Gemcast voorgestelde psychiater, drs. J.J.D. Tilanus, verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg, als deskundige. In de akte van Gemcast van diezelfde datum staat dit niet vermeld. Nu Gemcast nadien op de rol niet heeft aangegeven hiertegen nog bij akte te willen protesteren gaat de rechtbank uit van de overeenstemming van partijen op dit punt. De rechtbank zal drs. J.J.D. Tilanus als psychiatrisch deskundige benoemen.

2.7.  Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen internist/uroloog. Daarom heeft de rechtbank een internist/uroloog gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden. Benoemd zal worden dr. P.J.M. Kil, verbonden aan het Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg, als internistisch c.q. urologisch deskundige.

2.8.  De Amersfoortse heeft in haar akte van 2 december 2009 aangegeven dat zij akkoord gaat met benoeming van een van de door Gemcast voorgestelde dermatologen, M.T. Bastiaens of J.O.S.E. Dankerlui, beiden verbonden aan het Tweestedenziekenhuis te Tilburg, als dermatologisch deskundige. In de akte van Gemcast van diezelfde datum staat dit niet vermeld. Nu Gemcast nadien op de rol niet heeft aangegeven hiertegen nog bij akte te willen protesteren is de rechtbank uitgegaan van de overeenstemming van partijen op dit punt. Beide hiervoor genoemde dermatologen zijn niet bereid gevonden onderzoek te verrichten. Derhalve heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gegeven bij akte uit te laten over de persoon van de alsdan te benoemen dermatoloog. Partijen hebben hier, na hiertoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen overeenstemming over bereikt. Daarom heeft de rechtbank een dermatoloog gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden.
De rechtbank zal prof. dr. H.A.M. Neumann, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam, vanwege zijn beschikbaarheid, als zodanig benoemen.

Vragen aan de medisch deskundigen

2.9.  Wat betreft de aan de medisch deskundigen te stellen vragen heeft De Amersfoortse vijf vragen voorgesteld in haar akte van 18 november 2009. Gemcast heeft ingestemd met de vraagstelling. De rechtbank is akkoord met de voorgestelde vraagstelling en zal, onder toevoeging van een algemene slotvraag naar overige van belang zijnde opmerkingen, aan de orthopeed, de psychiater, de internist/uroloog en de dermatoloog de volgende vragen voorleggen:

1.  Wat zijn uw bevindingen en hoe luidt uw diagnose?
2.  Welke beperkingen stelt betrokkene te ondervinden bij de beroepsuitoefening, bij activiteiten van het dagelijks leven en in de vrijetijdsbesteding?
3.  Indien u stoornissen in relatie tot ziekte heeft vastgesteld, welke medische beperkingen zijn daarvan het gevolg? Indien deze beperkingen in de loop der tijd zijn gewijzigd, welke wijziging trad dan op en met ingang van welke datum?
4.  Wat zijn uw eventuele therapeutische overwegingen?
5.  Hoe ziet u de prognose?
6.  Heeft u voor het overige nog op- of aanmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?

2.10.  Indien een medisch deskundige van mening is dat in het procesdossier medische informatie ontbreekt die van belang is voor zijn oordeelsvorming, staat het hem vrij deze informatie zelf op te vragen bij Gemcast, dan wel schriftelijk op te vragen bij de behandelend en beoordelend arts. Indien een medisch deskundige overgaat tot het opvragen van medische informatie, dan wordt hem verzocht in zijn rapport duidelijk aan te geven welke informatie hij heeft opgevraagd, welke informatie hij heeft ontvangen en bij wie deze informatie is opgevraagd.

Verzekeringsgeneeskundige
2.11.  Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen verzekeringsgeneeskundige. Daarom heeft de rechtbank een verzekeringsgeneeskundige gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden. Benoemd zal worden mr. drs. G.J. Kruithof, als verzekeringsgeneeskundige.

Vraag aan de verzekeringsgeneeskundige

2.12.  Bij akte van 18 november 2009 heeft De Amersfoortse een vraag geformuleerd voor de verzekeringsgeneeskundige. Gemcast heeft ingestemd met de vraagstelling. De rechtbank sluit zich aan bij de vraagstelling, zoals geformuleerd door De Amersfoortse in haar akte van 18 november 2009. De verzekeringsgeneeskundige dient de door de medisch deskundigen op te maken rapportages tot uitgangspunt te nemen bij de beantwoording van de vraag. De vraagstelling aan de verzekeringsgeneeskundige luidt derhalve als volgt:

Wilt u, na kennis genomen te hebben van de deskundigenberichten van de diverse medici op basis van de door hen objectief op hun vakgebied vastgestelde medische beperkingen een belastbaarheidspatroon opstellen op de in uw beroepsgroep gebruikelijke wijze, bijvoorbeeld aan de hand van de zogenaamde ‘functionele mogelijkhedenlijst’?

2.13.  Indien de verzekeringsgeneeskundige van mening is dat in het procesdossier medische informatie ontbreekt die van belang is voor zijn oordeelsvorming, staat het hem vrij deze informatie zelf op te vragen bij Gemcast, dan wel schriftelijk op te vragen bij de behandelend en beoordelend arts. Indien de verzekeringsgeneeskundige overgaat tot het opvragen van medische informatie, wordt hem verzocht in zijn rapport duidelijk aan te geven welke informatie hij heeft opgevraagd, welke informatie hij heeft ontvangen en bij wie deze informatie is opgevraagd.

Arbeidsdeskundige

2.14.  Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de persoon van de te benoemen arbeidsdeskundige. De Amersfoortse heeft in haar akte van 25 februari 2009 aangegeven dat zij, gelet op ervaringen in het verleden, bezwaar maakt tegen arbeidsdeskundige [B], gevestigd te [vestigingsplaats] en [C], gevestigd in [vestigingsplaats]. De rechtbank heeft, met inachtneming van hetgeen De Amersfoortse heeft aangegeven, een arbeidsdeskundige gezocht en benaderd. Deze heeft zich bereid en in staat verklaard vragen in deze procedure te beantwoorden. Benoemd zal worden R. de Vree, als arbeidsdeskundige.

Vragen aan de arbeidsdeskundige

2.15.  In haar akte van 11 maart 2009 heeft Gemcast terecht opgemerkt dat de vraagstelling aan de medisch deskundigen, zoals deze in punt 2.1 van het tussenvonnis naar voren is gekomen, aangepast dient te worden in die zin dat de periode die genoemd moet worden loopt vanaf 1 oktober 2003. De rechtbank herstelt deze kennelijke misslag.

2.16.  In haar akte van 18 november 2009 heeft De Amersfoortse een vraagstelling gehanteerd die grotendeels aansluit bij de vragen zoals deze zijn geformuleerd in het tussenvonnis van 11 februari 2009 in overweging 2.8, maar zij heeft een extra vraag opgenomen in vergelijking met de vraagstelling zoals voorgesteld door de rechtbank. Met betrekking tot deze vraag, zoals geformuleerd onder d (de vraag of de arbeidsdeskundige, indien hij arbeidsongeschiktheid aanneemt, kan bepalen of [A] inkomen derft), overweegt de rechtbank het volgende.
De reden dat De Amersfoortse deze vraag heeft voorgesteld is gelegen in haar stelling dat op grond van artikel 3 van de aanvullende voorwaarden (AO-7M) slechts recht op een uitkering bestaat indien er sprake is van inkomensderving als gevolg van arbeidsongeschiktheid.

2.17.  De rechtbank stelt voorop dat volgens artikel 7:925 lid 1 BW een verzekeringsovereenkomst hetzij schadeverzekering, hetzij sommenverzekering is. Uit de wetsgeschiedenis bij artikel 7:925 lid 2 BW kan worden opgemaakt dat arbeidsongeschiktheidsverzekeringen in beginsel strekken tot vergoeding van schade, maar de daarvoor uit te keren vergoeding vooraf in de overeenkomst is vastgelegd, ongeacht of het bedrag door op geld waardeerbare schade wordt gerechtvaardigd en dat daarom in het geval van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen sprake is van een sommenverzekering. Voor de beoordeling van onderhavige zaak is van belang wat de betekenis van artikel 3 van de aanvullende voorwaarden is.

2.18.  Bij de uitleg van bepalingen in de verzekeringsovereenkomst komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer op dit punt redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en wat partijen op dit punt redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Artikel 3 van de aanvullende voorwaarden bepaalt dat de verzekering tot doel heeft derving van inkomen als gevolg van arbeidsongeschiktheid te vergoeden. De rechtbank overweegt dat de formulering van artikel 3 de uitkering niet afhankelijk stelt van (de mate van) derving van inkomen nu noch uit de tekst van het artikel noch uit de overige artikelen van de aanvullende voorwaarden blijkt dat een koppeling is aangebracht tussen de uitkering enerzijds en de derving van inkomen, dan wel te lijden schade, door Gemcast anderzijds. In artikel 13.1 van de aanvullende voorwaarden is immers de hoogte van de uitkering vastgelegd en afhankelijk gesteld van de mate van arbeidsongeschiktheid en niet van de hoogte van het te derven inkomen of de te lijden schade. Gemcast hoefde er dan ook, gezien de formulering van artikel 3 en de aanvullende voorwaarden in zijn geheel bekeken, ten tijde van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst niet op bedacht te zijn dat uitkering eerst plaats zal vinden als sprake is van derving van inkomen.

2.19.  Nu dit verweer van De Amersfoortse op grond van voorgaande overwegingen niet opgaat zal de vraag naar inkomensderving niet worden opgenomen in de vraagstelling aan de arbeidsdeskundige.

2.20.  De arbeidsdeskundige dient zijn onderzoek te verrichten aan de hand van de resultaten van het onderzoek door de verzekeringsgeneeskundige.

2.21.  De rechtbank zal -mede in het licht van hetgeen partijen daarover hebben opgemerkt en hetgeen hiervoor is overwogen- aan de arbeidsdeskundige, onder toevoeging van een algemene slotvraag naar overige van belang zijnde opmerkingen, de volgende vragen voorleggen:

1.  Acht u de heer [A], op grond van de door de verzekeringsarts vastgestelde medische beperkingen,met ingang van 1 oktober 2003 arbeidsongeschikt in de zin van de polisvoorwaarden van de verzekeringen (art. 5.1 en 5.2 van AO-7M en art. 2 van de IS-7) voor de functie van directeur, uitgaande van de werkverdeling van 60% voor interne, leidinggevende werkzaamheden, 10% voor het maken van complexe gietwerken en 30% voor klantenbezoek?
2.  Zo ja, in welke mate acht u de heer [A] arbeidsongeschikt?
3.  Wilt u in uw rapport expliciet en gemotiveerd opnemen, wegen en beschouwen:
a)  uitsplitsing van taken in de verzekerde beroepswerkzaamheden (taak/uren-analyse) per dag;
b)  belasting per deeltaak;
c)  taakbelasting (frequentie van de belasting en de duur van die belasting per dag).
4.  Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?

2.22.  Indien de arbeidsdeskundige van mening is dat in het procesdossier (medische) informatie ontbreekt die van belang is voor zijn oordeelsvorming, staat het hem vrij deze informatie zelf op te vragen bij Gemcast, dan wel schriftelijk op te vragen bij de behandelend en beoordelend arts. Indien de arbeidsdeskundige overgaat tot het opvragen van (medische) informatie, dan wordt hem verzocht in zijn rapport duidelijk aan te geven welke informatie hij heeft opgevraagd, welke informatie hij heeft ontvangen en bij wie deze informatie is opgevraagd.
LJN BM8006

Joomla SEF URLs by Artio