Rechtbank Rotterdam 15-02-2006: is paragliding deelnemen aan het luchtverkeer

Rechtbank Rotterdam 15-02-2006:
Van deze verzekering zijn uitgesloten ongevallen ontstaan:
(...)
3.4 tijdens het deelnemen aan het luchtverkeer anders dan:
3.4.1 als passagier of als gast in een luchtvaartuig;
3.4.2 als passagier of gast worden eveneens aangemerkt, het zogenaamd “grondpersoneel”, ook al zijn deze personen tijdens bedoelde vluchten officieel geregistreerd als lid van de bemanning;
3.4.3 als amateur-zweefvlieger of als diens passagier mits de piloot een voor de desbetreffende vlucht geldig vliegbrevet heeft.
3.5 tijdens het deelnemen aan: een hooggebergte- of gletsjertocht zonder bevoegde gids, tenzij gebruik wordt gemaakt van normale, voor het publiek toe-gankelijke paden of wegen; bobslederijen; ski-springen; bokswedstrijden; rug-bywedstrijden; ijshockeywedstrijden; parachutespringen; snelheidswedstrijden met motorrijtuigen, bromfietsen of rijwielen, of de training daartoe; snelheids-wedstrijden en springconcoursen met paarden dan wel de training daartoe; (....)

e. De heer [X] is op 15 oktober 2002 overleden als gevolg van een ongeluk tijdens het beoefenen van de sport paragliding (in het Frans: parapente; in het Nederlands ook wel aangeduid als: valschermzweven of schermvliegen).(....)

Het geschil tussen partijen betreft de uitleg van een uitsluitingsclausule in de algemene verzekeringsvoorwaarden. Bij de uitleg van een beding in een overeenkomst komt het aan op hetgeen partijen met dat beding hebben beoogd en, indien niet van een duidelijke gemeenschappelijke bedoeling blijkt, wat een redelijke uitleg van het beding meebrengt. Daarbij moet worden gelet op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan het be-ding mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij de beantwoording van de vraag welke zin partijen over en weer redelijkerwijs aan een beding mochten toekennen en wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht. Ook de taalkundige betekenis die de bewoordingen waarin de bepalingen van het contract zijn gesteld, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, in het maatschappelijk verkeer normaal ge-sproken hebben, is bij de uitleg van dat geschrift van belang. Door een verzekeraar vastgestelde en gehanteerde verzekeringsvoorwaarden moeten ten opzichte van een niet professionele verzekerde steeds duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. In geval van twijfel over de betekenis van een voorwaarde prevaleert de voor de verzekerde gunstigste interpretatie.
(....)
Nu de woorden “deelnemen aan het luchtverkeer”, in de context waarin die woorden vanaf de aanvang van de verzekeringsovereenkomst tot de ongevalsdatum in de polisvoorwaarden zijn gebruikt, naar het oordeel van de rechtbank, voor verschillende uitleg vatbaar zijn, ook voor iemand die op enig moment de Brevetten 1 en 2 voor het beoefenen van schermvliegen heeft behaald, dient de voor [eiseres] meest gunstige uitleg te prevaleren. Derhalve de uitleg dat paragliding niet is aan te merken als “deelnemen aan het luchtverkeer” in de zin van de uitsluiting van artikel 3.4 van de polisvoorwaarden.
Aan hetgeen hiervoor is overwogen doet uiteraard niet af dat het door ACE ingenomen standpunt, dat paragliding kan worden aangemerkt als deelnemen aan het luchtverkeer omdat het bij paragliding de bedoeling is dat men zich in de lucht verplaatst, verdedigbaar is, zoals is vastgesteld in de uitspraak van de Raad van Toezicht Verzekeringen van 11 oktober 2004 (productie 16 bij dagvaarding). Doorslaggevend is dat ook een voor [eiseres] gunstige interpretatie mogelijk is.
De slotsom is dat de vordering dient te worden toegewezen.
LJNAV2809
De uitspraak van de Raad van Toezicht vindt u op de site van het Klachteninsituut
 2004/74 Med
Joomla SEF URLs by Artio