Arbeidsongeschiktheid

Rb Gelderland 051114 arbeidsongeschiktheidspercentage mbt rugklachten stucadoor juist vastgesteld obv deeltaken

 

Rb Gelderland 051114 arbeidsongeschiktheidspercentage mbt rugklachten stucadoor juist vastgesteld obv deeltaken

5 De beoordeling

5.1.
Achtergrond van het geschil wordt gevormd door een familiebedrijf waarin behalve [eiser] tevens zijn vader, moeder en broer werkzaam zijn. Het betreft een stukadoorsbedrijf dat in de vorm van een vennootschap onder firma wordt uitgeoefend. De broer was vanaf juni 2007 volledig arbeidsongeschikt in verband met rugklachten, moeder was arbeidsongeschikt vanaf maart 2008 en [eiser] vanaf oktober 2009. Zij zijn alle drie bij Achmea verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. [eiser] en zijn broer hielden zich vooral bezig met stukadoorswerkzaamheden. Vader, die niet bij Achmea is verzekerd, onderhield de commerciële contacten en verrichtte samen met moeder de lichtere stukadoorswerkzaamheden. Ook vader had last van gezondheidsproblemen en was al eerder uitgevallen. Moeder is in april 2010 na een lang ziekbed overleden. Vader is toen uit de vof gestapt. Omdat alle familieleden (tijdelijk) zijn weggevallen, werd er onvoldoende omzet gedraaid om voor twee man inkomen te genereren. Omdat de broer wel over de juiste capaciteiten beschikt om een bedrijf aan te sturen, is in juli 2011 het besluit genomen dat [eiser] met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011uit de vof stapt en dat de broer het bedrijf als eenmanszaak voortzet.

(....)

5.3.

Kern van geschil is de door Achmea vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van [eiser]. Met Achmea is de rechtbank van oordeel dat [eiser] zich contractueel heeft vastgelegd op de in artikel 7 opgenomen regeling van vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het bezwaar van [eiser] dat de systematiek inhoudt dat hij wordt onderzocht als hij enige rust heeft gehad en dat de resultaten van een dergelijk onderzoek niet aansluiten bij de realiteit, wordt gepasseerd. Hij heeft het in eigen hand om bij klachten naar de huisarts te gaan en zijn medische toestand op een dergelijk moment vast te laten leggen. Indien hij onder behandeling is geweest van een fysiotherapeut had hij diens medische informatie over de acute situatie kunnen overleggen. Door deze medische gegevens aan de verzekeraar ter beschikking te stellen kan hij de juistheid van zijn standpunt onderbouwen. Hiervan is niet gebleken. Het is inherent aan de contractueel vastgelegde systematiek dat pas na enige tijd het onderzoek wordt verricht. In het naar aanleiding hiervan opgestelde deskundigenrapport wordt medische en andere informatie van deskundigen, ook uit de acute fase, betrokken, zodat het door [eiser] gestelde nadeel grotendeels wordt ondervangen.

5.4.
Voorts beroept [eiser] zich op de uitleg van het begrip arbeidsongeschiktheid ontleend aan rechtbank Rotterdam d.d. 17 april 2012 (LJN CA2698) inhoudende dat een verzekerde ook als arbeidsongeschikt dient te worden aangemerkt als de verzekerde arbeidsongeschikt is verklaard voor werkzaamheden die zo essentieel zijn voor zijn beroepsuitoefening dat die beroepsuitoefening door de onmogelijkheid tot het verrichten van die werkzaamheden, feitelijk onmogelijk is. [eiser] stelt dat hij volgens Van Mourik geen werkzaamheden mag verrichten waarbij hij frequent of langdurig in voorovergebogen houding zware lasten moet tillen en dat uit de analyse van Rea Support ter gelegenheid van het werkplekbezoek in juli 2010 blijkt dat gelet op de taak en de voor de rug belastende aspecten van de te verrichten handelingen hij circa 80% van de werkzaamheden niet kan uitvoeren. Dit brengt mee dat de uitoefening van het beroep van stukadoor voor [eiser] onmogelijk is, zodat hij 80 – 100% arbeidsongeschikt moet worden verklaard.
Achmea heeft dit uitgangspunt gemotiveerd betwist.

5.5.
De rechtbank overweegt het volgende. [eiser] ziet over het hoofd dat de rechtbank Rotterdam in voornoemde zaak juist heeft onderzocht per deeltaak of de in acht te nemen urenbeperking al dan niet leidde tot het feitelijk vervallen van de deeltaak. Alleen dan kon ten aanzien van een dergelijke deeltaak 100% arbeidsongeschiktheid worden aangenomen, maar voor de overige aan het beroep verbonden werkzaamheden die zich wel leenden voor een urenbeperking, was geen sprake van volledige arbeidsongeschiktheid.
Voorts blijkt ook uit de toepasselijke polisvoorwaarden dat het moet gaan om gehele of gedeeltelijke ongeschiktheid (van ten minste 25%) tot het verrichten van de werkzaamheden die zijn verbonden aan het beroep van verzekerde. Hierbij worden alle handelingen betrokken, ook de voorbereiding en de afsluitende werkzaamheden.

5.6.
Aan de hand van het beperkingenpatroon, opgesteld door medisch adviseur Fokke op basis van het rapport van Van Mourik, heeft de arbeidsdeskundige in haar rapport van 20 september 2011 de werkzaamheden van [eiser] als stukadoor beschreven, de fysieke belasting in het werk geanalyseerd en aan de hand van alle werkzaamheden tezamen het arbeidsongeschiktheidspercentage berekend. Dit is geheel conform de contractuele voorwaarden. Het was niet aan Rea Support om de taak en de werkzaamheden van [eiser] te analyseren ten behoeve van de bepaling van het arbeidsongeschiktheids-percentage. Zij is ingeschakeld om de belastbaarheid van [eiser] in het werk te bevorderen. Dit ging met name om de werkzaamheden waarvoor spierversterking en tiltechnieken relevant waren. Dit betreft slechts een deel van de werkzaamheden, zodat alleen al om die reden geen argument kan worden ontleend aan de gestelde 80%.

5.7.
Bovendien blijkt uit de rapporten van de arbeidsdeskundige en de verslagen van Rea Support dat wat betreft de rugklachten een verbetering heeft plaatsgevonden die heeft geresulteerd in een geleidelijke uitbreiding van het aantal uren per dag dat [eiser] in staat was om te werken. Deze feitelijke geleidelijke uitbreiding in uren met verschillende werkzaamheden is in tegenspraak met de stelling van [eiser] dat hij na een paar dagen werken, dit moet bekopen en weer volledig uitvalt. Bij dit door hem geschetste scenario lijkt hij ten onrechte ervan uit te gaan dat hij acht uur per dag werkt. Daarvan is geen sprake geweest.

5.8.
[eiser] heeft de aanspraak op een uitkering krachtens de arbeidsongeschikt-heidsverzekering gebaseerd op zijn rugklachten. Hij heeft niet gesteld dat de arbeidsongeschiktheid mede is te wijten aan zodanige psychische klachten dat zij hebben te gelden als een medisch erkende oorzaak van ziekte. Derhalve is de conclusie dat het arbeidsongeschiktheidspercentage van [eiser] door Achmea terecht is vastgesteld op het door de arbeidsdeskundige berekende getal van 26,4%, dat recht geeft op een uitkering van 30%. Anders dan [eiser] vordert geldt dit percentage niet vanaf 17 september 2009, maar vanaf 19 oktober 2010, het einde van de eigenrisicotermijn (artikel 1 sub h AV). Het recht op de maandelijkse arbeidsongeschiktheidsuitkering duurt voort tot het moment dat na herbeoordeling een gewijzigd percentage is komen vast te staan. Aangezien Achmea tot op heden aan [eiser] een uitkering heeft verstrekt op basis van voormeld percentage, heeft [eiser] geen belang bij de vordering. Deze zal daarom worden afgewezen. ECLI:NL:RBGEL:2014:6880

Joomla SEF URLs by Artio